donderdag 13 januari 2011

IJzer in de verte

Voorwoord


Van augustus 2002 tot augustus 2003 maak ik een Atlantische solo zeilreis welke aanvankelijk een jaar langer had moeten duren en de hele wereld had moeten omspannen. Tijdens mijn reis schrijf ik stukjes, gewoon voor mijzelf maar ze belanden vrijwel onverkort en buiten mijn medeweten in de plaatselijke krant. Al schrijvend wordt mij van verschillende kanten gezegd dat ik na terugkomst de stukjes  zou moeten bundelen in een boek.

Langzaam maar zeker begin ik na mijn reis, als ik mij weer heb overgegeven aan de dagelijkse sleur aan de wal, van deze taak te kwijten en al doende kom je er dan achter dat schrijven echt een vak is, en zeker niet iedereen gegeven. Het valt mij zwaar en langzaam maar zeker stop ik ermee en pieker mij suf hoe ik dit deel van het project kan afronden. Vlak voor de kerst van 2005 loop ik met ons hondje over de dijk tussen Harlingen en Roptazijl. Ik tuur over de Waddenzee. Het zicht is matig en als ik mijn ogen een beetje dicht knijp zie ik alleen water! Geen dijk, geen boeien, geen schepen, alleen water. Met wat moeite kan ik mij ook voorstellen een bewegend schip onder mijn voeten te hebben en er verschijnen beelden op mijn netvlies van een eindeloze oceaandeining, klapperende zeilen en het gekraak van een werkend schip onder mij. Het geeft mij het warme gevoel weer terug te zijn in een vertrouwde omgeving. Het voelt alsof ik er een geheime relatie op na houd, overspel dus … 

Zal ik mijn reis ooit nog af kunnen maken? Enkele vertrouwelingen weten dat ik mijn plannen nog niet heb laten varen en als de gelegenheid zich voordoet zal ik deze met twee handen aangrijpen. De onvoorwaardelijke steun die je van het thuisfront nodig hebt, kreeg ik in overvloed. Mijn vrouw heeft dag en nacht voor mij klaar gestaan. Zij verzorgde alle contacten, sprak met sponsors en pers en steunde mij op moeilijke momenten. Buiten mijn gezichtsveld tekende zich forse financiƫle problemen af maar ze probeerde toch het onmogelijke mogelijk te maken. Al deze dingen gaan daar, turend op de dijk tussen Harlingen en Roptazijl, door mij heen. Als Marjon op 30 december 2005 te horen krijgt dat ze borstkanker heeft weet ik het zeker. Moeilijk of niet, dit boek moet geschreven worden. Voor jou, mijn vrouw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten