zaterdag 9 juli 2011

Madeira - Tenerife

De Russen, Serge en Anja, zijn toch het slechte weer maar in gegaan want weer was het ankeren geen succes. Een aantal schepen ligt te wachten op een kleine verbetering van het weer. Die komt niet echt en vlak voor donker om 18:30 uur besluit ik toch te vertrekken. Alle anderen zitten lekker te buurten maar ik heb geen rust meer in de kont. Iedereen helpt met losgooien, roepen van alles, zwaaien en fluiten. Vertrekken is steeds een heftig gebeuren. Het is natuurlijk ook wel grappig want van Funchal naar Tenerife is 250 mijl. Een reis waar je thuis schip en bemanning terdege op prepareert en hier zeg je het is maar 250 mijl of maar 3 dagen varen. Er valt niet over op te scheppen of te pochen om de eenvoudige reden dat je daar bent en er ook weer weg zal moeten. Het gevoel dat je aan een lange oversteek gaat beginnen is er absoluut niet. Wel heeft iedereen inmiddels de ervaring van de vele snelle weersveranderingen en hebben toch ‘respect’ voor degenen die het alleen doen.

Het volle haventje van Funchal
Het waait nog steeds hard maar de berichten zijn al dagen goed en ik verwacht rustig weer zodra ik onder de invloed van het eiland uit ben. Buiten de haven koppel ik de Simrad stuurautomaat aan om zodoende de handen vrij te hebben om de zeilen te hijsen. Geen stroom op het apparaat! Er staan minstens 10 man op de pier te roepen en te zwaaien maar ik heb geen tijd, er moet weer een probleem opgelost worden. Ook de kompasverlichting doet het niet. Ik kom handen te kort om een dubbel rif te steken maar het lukt. Puntje rolfok er bij, windvaan er op en de ‘Ironoverload’ gaat er met 7 mijl en ruime wind van door. Inmiddels is het donker en, hoewel ik de twee stroomgroepen die het niet doen niet direct nodig heb, baal ik stevig omdat ik geen idee heb wat er loos is. Als het weer opknapt zie ik morgen wel verder.

Rond middernacht ben ik 33 mijl opgeschoten, dat gaat lekker. Inmiddels staat al het zeil er weer op en ik ben wat katterig vanwege de rare deining die er loopt. Gedurende de nacht zakt de wind er helemaal uit en als het licht wordt heb ik nog NO 2. De deining wordt aardig minder en na een lekker ontbijt voel ik me weer 100%. Mijn onderstel werk echter niet mee en ik heb flink last van de beweging van het schip. Arie heeft het dus weer op zijn heupen!

Zodra het licht genoeg is gooi ik alle stroom er af en begeef me in de geheimen van het elektrische systeem. Al snel heb ik de boosdoener gevonden (gewoon mazzel hoor want ik snap er echt geen moer van). Eergisteren heb ik op een reservegroep een aparte draad getrokken voor de Capsat. Tijdens dat edele werk is een andere draad ergens los geraakt. Ik heb nog nooit een automaat van dichtbij gezien, laat staan dat ik er ooit één van een rail heb gesloopt. Nu moest het hele rijtje los! Waar moet de losse draad in? Ik vind een lege plaats met los schroefje en prop het daar maar in. Wat een technisch vernuft. Wijbern, je kan mij wel om een klusje sturen hoor!! Het schip ligt zo goed als stil en slingert als een dronken Rus maar ik krijg het voor elkaar. Ook gooi ik de Capsat-draad maar weer los omdat ik niet weet of het probleem ook daarvan kan komen. Alles weer achter het deurtje en ................... Het werkt allemaal!

Flauw van het geslinger start ik rond de middag de motor en zorg dat ik een knoopje of 4 blijf lopen. Doordat ik nu zelf een beetje relatieve wind produceer doet het zeil ook weer wat en het slingeren wordt tot aangename proporties terug gebracht. De dynamo laadt met 23 Amp. dus het werd ook tijd dat er wat in kwam. Tijdens het varen verbruik ik toch redelijk wat stroom. De GPS, marifoon en computer staan altijd aan. (dientengevolge dus de omvormer ook, die maakt van 12 volt 220 volt). Meestal ligt er ook wel ‘iets’ aan de lader zoals een zaklamp, Iridiumtelefoon, batterijlader(s), allemaal op 220 V. Als ik slaap heb ik de navigatieverlichting aan maar die doe ik weer uit zodra ik aan dek ben. (Ik geef zelf licht genoeg hè Lon!). Alleen op stukken met veel scheepvaart branden deze continu. Dit zijn de grootste stroomvreters. Binnen heb ik als het even kan de olielamp aan omdat dat ‘zacht’ licht geeft en dus niet zo erg verblindt.

Pollens, een berg stenen op mijn pad
Overdag wordt de accu (tot nu toe) prima op peil gehouden door twee zonnepanelen. Deze leveren met volle zon 35 watt per stuk. Mijn verbruik is lager dus bewaar ik daar een beetje van voor ‘s nachts. De service-accu’s (voor alle verbruikers) zijn 200 Ah en de startaccu is 105 Ah. Deze laatste kan in geval van nood doorgekoppeld worden naar de serviceaccu’s. De dynamo is 60 Amp. dus met een uurtje draaien kom ik weer een heel eind.

Vannacht passeerde er een passagiersschip. Op zich al een hele gebeurtenis als je 24 uur niets hebt gezien. Ik roep hem op en vraag hem een laatste weerbericht. Het ziet er allemaal prima uit. NO 3-4 met een stationair hogedrukgebied. We babbelen nog even door en hij vraagt wat de naam van mijn boot betekent. Ik stel hem voor even op internet te kijken en geeft hem het adres. Hij gaat meteen kijken zegt hij. Een uur later roept hij weer op en wenst me succes.

Via Tenerife Rescue Centre komt net (10/11 01:30 uur) een Pan Pan bericht binnen. (Er zijn drie soorten berichten die worden uitgegeven, Nood (Mayday), Spoed (Pan Pan) en Veiligheid  (Securyté). Er is een reddingsactie aan de gang want er zijn sinds 10:00 uur gisterenavond een paar mensen van een jacht kwijt. Het fijne weet ik er nog niet van maar zal ik ongetwijfeld daar horen. Ik hoop maar dat men ze vindt. Gelukkig is het niet koud ‘s nachts, ongeveer 18 graden.

Het is nu 17:00 uur (10/11) en nog steeds zijn ze naar die mensen aan het zoeken. Dit lijkt dus een drama te worden. Ik hoop maar dat men in Spanje het zoeken net zo lang vol houdt als wij in Nederland.
Krijg net van Marjon via de Iridium een SMS-je dat we de 10.000ste bezoeker op de site hebben gehad! Dat is ongelooflijk veel in zo’n korte tijd. 

Ieder uur komt de melding van het Pan Pan bericht. Inmiddels is het 31 uur na het alarm en ze zijn nog steeds aan het zoeken naar de verdwenen personen. Ze worden vermist op- of om het eilandje ‘Hierro’ ten zuidwesten van Tenerife. Er wordt zowel aan land als op het water gezocht met marineschepen, reddingboten en andere overheidsvaartuigen. Ook heli’s zijn bij de actie betrokken.

Hoewel het moeilijk is om vol te houden (vooral als het 30 graden is en bijna windstil)  heb ik steeds, vanaf het moment dat ik buiten de haven ben, een reddingvest aan als ik bovendeks ben. Zodra ik de kuip moet verlaten klik ik de veiligheidsgordel aan. Gaat het erg tekeer dan zet ik mijzelf ook vast in de kuip. Op zich lijkt dat voldoende maar nu die zoekactie een eind verderop aan de gang is wordt ik onrustig als ik er aan denk overboord te vallen. Met een beetje mazzel blaast je vestje op en dan? Je ziet je schip wegvaren. Je krijgt het al heel snel koud, binnen een half uur begin je te onderkoelen. Niemand zal alarm slaan vóór het moment dat de boot ergens onbemand op een kust loopt en dat kan met deze koers dagen duren, of Marjon wordt na een week ongerust. Vermoedelijk ben ik dan al een poosje opgehouden met watertrappen want met een beetje pech zijn de Haaien en Dorades al bezig geweest mij te manicuren. Hoewel ik hoop dat ze na de eerste hap aftaaien om hun tanden te poetsen, vrees ik dat hun (eet)lusten alleen maar groter zal worden bij het zien van zo’n lekker ding. Er zit maar één ding op en dat is te zorgen dat je op je bootje blijft.

Al een aantal keren is er een moment geweest dat ik even niet goed oplet, b.v. op een moment dat ik vreselijk m’n hoofd- of tenen stoot, en vervolgens niet ‘scherp’ ben. De kunst is volgens mij, als je alleen zeilt helemaal, eerst goed na te denken voor je iets gaat doen. Het klinkt logisch, maar is heel vaak net iets te omslachtig.

Als ik aan een nieuwe etappe ga beginnen ligt altijd mijn rugzak (als grabbag) klaar. Eigenlijk zou dit een plastic waterdichte container moeten zijn, maar ja bij gebrek aan beter....  Ik heb een volledige uitgerust zespersoons reddingvlot aan boord. Toch zou ik graag een aantal extra dingen meenemen. Wat er klaar staat is o.a: extra set vuurpijlen, hand-GPS, handmarifoon, S.A.R.T., batterijen, twee zaklampen, watervaste schrijfblokken, potloden, reistabletten, uien, citroenen, water. Ook extra (zeil-)kleding ligt voor het grijpen. Als ik er tijd voor heb neem ik de Epirp mee en anders vertrouw ik er op dat hij boven komt drijven als het schip zinkt maar... dan moet het schip WEL zinken anders weet nog niemand dat ik op avontuur ben gegaan!

Het is nu 07:00 uur ‘s morgens en de zon is aan BB aan het opkomen boven Gran Canaria en aan SB zie ik de machtige vulkanische bergen en rotsen van Tenerife. De top van de grote vulkaan zit nu in de wolken maar ik ben er vrijwel zeker van dat ik deze gisterenavond heb gezien op een afstand van ongeveer 80 mijl! Er staat nu een stabiel windje kracht 3 en met 3-4 mijl per uur kom ik langzaam onder het eiland. Vanaf hier is het nog 3 uur varen met deze snelheid. Als ik de noordoostpunt net voorbij ben trekt de wind onverwacht aan tot 25 knopen uit NO. Met het volle tuig er op scheur ik er vandoor. Als ik 8 knopen loop vind ik het te gek worden en wil net gaan reven als het schip uit het roer loopt. Met dit schip heb ik dat nog niet eerder meegemaakt en ik vind het spectaculair.  Als het schip zich weer richt en aan de wind ligt stuiven we nog steeds met dik 7 knopen richting rotsen. Ik gooi de schoten los en laat het grootzeil vallen. Vervolgens rol ik de genua flink in en we gaan weer op koers richting haven. De 3 uur die ik dacht nodig te hebben worden er 2 en om 13:30 uur ben ik binnen op het volgende eiland, TENERIFE.

Het was een aangename afwisselende overtocht. Niet snel, maar wel aangenaam.
Het vervolg komt er weer aan, het hoofdstuk Tenerife.

donderdag 3 maart 2011

Madeira Part two

Funchal, 05/11/2002


Tonijn voor het
avondeten

Op 30 oktober is vanuit Schiedam mijn Capsat verstuurt en dus wacht ik daar maar op. Mensen die met enige regelmaat iets met een pakketdienst versturen OPGELET! Als ervaringsdeskundige kan ik nu zeggen dat, van de twee grote bedrijven, UPS als het meest onbetrouwbare, slordige, slecht service verlenende bedrijf en dikke rode streep door de naam moet hebben. Het pakket krijgt een nummer wat je dan via internet kan traceren. (Hier komt het nummer, leg het bedrijf maar plat, allemaal gewoon even kijken. 1Z 226 258 664 219 4611) Geef DHL een kans als het gaat om 'remote areas' ofwel afgelegen gebieden. Als bij UPS de bestelling moeilijker wordt dan Schiphol - Londen dan kun je het vergeten. Woensdag per express verzonden vanuit Schiedam. (garantie is 24 uur) donderdag niets, vrijdag nationale feestdag in Portugal, zaterdag en zondag niets. Kan allemaal gebeuren en behoord tot de categorie pech maar nu komt het. De smoes is dat het bedrijf naar Madeira geen eigen vliegtuig heeft en wacht op een charter. Er komen hier 80 vliegtuigen per dag binnen dus wie wacht er op wat? Dinsdag ander meisje, zelfde verhaal. Ik vraag haar het pakket door te zenden naar Tenerife en als dat niet kan, retour afzender. Beiden is onmogelijk want we hebben maar één keer betaald, lef kun je ze dus niet ontzeggen. Morgen ben ik dus een week verder en een hap havengeld lichter. Ze stelt mij voor haar morgen weer te bellen als het pakje er nog niet is, geen idee waarom. Wel heb ik besloten hoe dan ook morgen te vertrekken. De wet van Murphy is op dit apparaat duidelijk van toepassing.

Funchal, 06/11/2002

Vanmorgen om 8.30 uur wordt er op het dek geklopt. 'Bon dia Arie'. zegt een heel gelukkig grijnzende  havenmeester. Your parcel is on the island. roept hij heel blij. Ook ik wordt hier gelukkig van. Op mijn vraag waar op het eiland het pakje is moet hij helaas het antwoord schuldig blijven. 'Dat gaan we proberen vandaag voor je uit te zoeken' terwijl hij de kuierlatten neemt. Grrrrrr. Weer moet ik voor mijzelf de vraag beantwoorden of ik erop blijf wachten. Het apparaat is een belangrijk veiligheidsmiddel voor mij maarja Columbus dan? Wat had hij allemaal? Als hij een bericht naar huis wilde sturen schopte hij iemand over boord. Cultuur of niet, UPS krijgt een brevet van onvermogen. Ik weet het, we zijn hier niet in Holland en dingen gaan hier duidelijk in een ander tempo. In iedere winkel, supermarkt, het postkantoor, het loket bij de bus, overal gaan mensen tijdens het afrekenen een discussie aan met het personeel en die gaan er volledig in mee. Lange rijen wachtende mensen nemen er geen aanstoot aan en als het een beetje mee zit mengen ze zich er ook nog in. Waar ik hier ook erg aan moet wennen is dat mensen aan een loket geen afstand houden. Ze komen naast je staan, kijken in je beurs (mensen met hoogtevrees worden gelijk afgestraft door de diepte van mijn echoput) en naar wat je allemaal op schrijft. Ook komen er wild vreemde mensen naast je staan als je met iemand in gesprek bent. Als ze het niet verstaan gaan ze verder en anders praten ze gewoon mee. Ander landen, andere gewoonten zullen we maar zeggen.

Net nog even wat boodschappen gedaan en vervolgens even op de pier kijken. Het waait flink, ZW 6, en de jachten die voor anker liggen hebben het strand dicht achter zich. Ze gaan behoorlijk tekeer. Van één van de jachten vertrekt een bijbootje met vier personen. Op een gegeven moment begint er iemand verwoed aan het gestopte buitenboordmotortje te trekken. Het is duidelijk, ze krijgen de motor niet aan. Lagerwal met scherpe rotsen, het (redders)bloed kruipt waar het niet gaan kan en Arie begint naar zijn bijbootje te 'rennen'.  Start alle 2.5 pk's van de rubbertutter en ros naar buiten. Ze zijn gelukkig met die vreemde snuiter die daar zeiknat aan komt denderen en ik lever ze veilig binnen af. Even bijschrijven in het logboek Harlinger redders! Vanaf de dependance van KNRM-station Harlingen op Madeira, vier personen in rubberbootje veilig aan land gebracht. Helaas heb ik geen lidmaatschapkaarten voor de KNRM bij mij.
Omdat ik toch nog 'even' blijf wachten op het pakje, trek ik alle jerrycans aan dek en ga met de bijboot naar het bunkerstation. Gooi alles maar vol zeg ik tegen de aardige man. Hij trekt zijn schouders op en  (ja, wie gelooft me nog?) zegt dat het vandaag niets wordt, misschien morgen. Hoezo niet, vraag ik. De gasolie is op zegt hij gelaten. Ahhhhhggggrrrrr! Ik pleur de jerrycans weer in de kuip, graai mijn laptop uit de boot en vertrek naar een terrasje om het van me af te schrijven. Het tempo is hier anders maar zit duidelijk nog niet in mijn systeem. Er zijn tot nu toe geen havens geweest waar niets te vertellen was. Denk nu niet dat het één grote ergernis is. Als je van de verbazing bent bekomen ga je over tot de orde van de dag. Boodschappen, eten, klussen op de boot, koffie leuten, buurten kortom tijd te kort iedere dag.

Funchal, 07/11/2002


Om vier uur gisteren was mijn pakje er, eindelijk. Snel aan boord en knutselen om het ding weer op zijn plaats te krijgen. Stekkers er in en proberen. NIETS dus. Een zeilbootbuurman (Karl) komt er bij, een gepensioneerde DDR-duitser die zijn hele leven westerse apparatuur aan de praat heeft moeten houden. Een man met engelengeduld (waarom hebben engelen geduld?) die heel graag komt prutsen. Om middernacht zetten we de rommel aan de kant en gaan slapen. Het kreng doet het nog steeds niet. We zijn er achter dat er een (overigens zeer speciale) stekker aan zit met twee losse draden. Die gaan we dus eerst maken. Vanmorgen was dat de eerste klus. Verder komen we er achter dat ik een ernstig stroomprobleem heb. Om een vooralsnog duistere reden doet de walstroomlader het niet. Dat gaan we morgen uitzoeken als er nog steeds zoveel wind staat. Met de Capsat zijn we nu zover dat ik wel kan zenden naar een mobiel station (ander schip). Ook kan ik ontvangen maar het binnengekomen bericht verstopt zich ergens waar wij het nog niet hebben kunnen vinden. Ook de navigatie - en weerberichten (EGC) komen nog niet binnen maar we zijn op de goede weg. De leverancier kan hier waarschijnlijk niets aan doen omdat (alweer waarschijnlijk) mijn computerprogramma het op een onvindbare plaats opslaat. Rond de middag komt er een jacht uit Letland binnen. Het is, vanwege het weer, mudvol (raar woord, en doet me denken aan de kolenkachel van vroeger) in de haven maar ook hij moet er weer uit. Op de ankerplaats gaat het behoorlijk tekeer en als ik later ga kijken zijn ze met de zoveelste ankermanoeuvre bezig. De ankers zijn te klein de ankergrond slecht en de zeegang te hoog. Vanavond om 22 uur geven ze de moed eindelijk op en komen toch naar binnen. Er ontstaat een rel want de havenmeester wil ze er niet in hebben. Ik vraag aan hem of het mogelijk is met het schip in de vissershaven bij een visserman langszij te gaan liggen. Dat vind hij prima en ik ga met 'Foppe', het bijbootje heeft vanaf nu een naam, vooruit om een geschikt plekje te zoeken. Uiteraard is het aan lagerwal, stikdonker en een flinke deining. De schipper is niet van het bange soort en als hij vol in de achteruit moet is hij maar wat blij met de 2.5 pk's die ik in de strijd kan werpen om hem te helpen op tijd rond te komen.

---Even tussendoor, waarom doet Arie zoveel moeite voor die wildvreemde mensen? Wel, anderen doen dat ook voor mij en de eerlijkheid gebied te vertellen dat de bemanning bestaat uit een Rus van een jaar of 55 (die alleen zijn eigen taal prima beheerst) en een bloedmooi, blond vrouwelijk maatje van een jaar of 25---.

Wat er aan de andere kant van het schip in het stikdonker, in de paniek van de nogal wilde manoeuvre, gebeurd weet ik niet maar het meisje komt met haar onderbeen tussen beide schepen. Ik help het schip afmeren en als dat klaar is vraag ik haar hoe erg het is. Ze zegt dat ze er op kan staan en dat het dus niet gebroken is. Wel is er een lelijke schaafwond te zien op het prachtige onderstel en ze belooft het goed te verzorgen. Voor mijzelf zie ik de komende dagen de taak weggelegd het been te masseren. Ik word bedankt voor de hulp en ze komen morgen even bij me langs voor een bakkie.

Funchal, 08/11/2002

Vanmorgen om negen uur de Russen weer geholpen met afmeren bij het gasolie ponton. Het been van Anja, zo heet de wonderschone Russin dus, heeft alle kleuren van de regenboog en ze heeft behoorlijk pijn bij het lopen. Waarschijnlijk vanwege de bloeduitstortingen. Ze bieden me een kopje thee aan en dan vertelt Anja dat hun avontuur was gestart als een project vanuit St. Petersburg met vier personen. In IJmuiden is de eerste uit onvrede van boord gegaan. Nummer twee moest wegens ziekte in Engeland van boord en Anja heeft het nu ook wel gezien. Ze verschilt te veel van karakter met de schipper om samen een grote oversteek te gaan doen. Als ze op Tenerife aankomen gaat ze naar huis. Na het bunkeren mogen ze een half uur blijven liggen om boodschappen te doen. Ook moeten ze nog 'even' naar de Policia Maritima, die hen het leven weer aardig moeilijk maken. Je komt tenslotte uit Rusland! Het masseren van het blauwe, maar nog steeds mooie, been glipt als los zand door mijn vingers. Ze gaan weer naar buiten en ankeren daar tot de wind wat gaat liggen. Omdat ankeren weer niet lukt vertrekken ze toch maar. Dat betekend dat ze in ieder geval een halve dag op me voor liggen. Alles bij mij aan boord is ook weer klaar voor drie dagen groot water. Ik hoop vanavond te kunnen vertrekken.

zaterdag 19 februari 2011

Verblijf op Madeira

Funchal, 28/10/2002

Je zou het mee moeten maken. Om vier uur 's morgens doemt uit het donker een machtige rots op. Niet onverwacht natuurlijk maar het blijft geweldig om te zien. De twee eilanden heten samen Islas Grand Deserta. Het zijn twee onbewoonde natuurgebieden die bij Madeira horen. Een paar mijl lang 200 meter breed en 500 meter boven water. Ik kan er zo dicht bij langs dat ik naar 'Bluff' zou kunnen zwaaien en roepen. Jammer, 'Bluff' is niet thuis. Bang voor stenen of aan de grond lopen hoef ik niet te zijn want wat hier naar beneden valt, rolt onder water nog een heel eind door. Ik ben er nu twee mijl uit de kust en heb 2000 meter water onder mij.
Het is heldere maan en ik kan mijn ogen er niet vanaf houden. IK HEB EEN EILAND ONTDEKT. Weer mis ik een woordenboek. Wat staat er achter het woord 'ontdekken'? De punt die ik net ben rondgevaren heet Punta de Agulhas. Meneer Agulhas heeft er zijn territoriumdrift op los gelaten door de kaap een naam te geven maar voor hij hier kwam waren er vast al hele volksstammen geweest die er geen brood in zagen om op die onvruchtbare kale steenklomp te gaan zitten, en overigens ook nog geen achternamen of vlag hadden om er op te zetten.

Thuis deden we dat spelletje vroeger ook, landjeveroveraar. Ik eigen mij nu dus het recht toe de naam te wijzigen. Ik noem deze indrukwekkende steenmassa gewoon 'Kaap De Steenen Man' Om mijn daad te motiveren even het volgende. Laatst lag ik in een haven en vertelde een buurman mij dat ik, als ik brood ging halen, het beslist bij die en die bakker moest doen. Die had hij net 'ontdekt' en was zeker de beste bakker in de stad. Er zijn dus twee mogelijkheden of; De bakker heeft net een nieuwe zaak geopend en hij is de allereerste klant van die bakker geweest, OF en nu komtie, je kan ook ontdekken terwijl anderen jou al voor zijn geweest. Steeds ga ik even naar buiten om die steenmassa te bewonderen. Je krijgt steeds meer ontzag voor Columbus. Hij vertrok in de gevaarlijkste periode van het jaar, september is het hoogseizoen voor wat betreft hurricanes om met de Passaatwind, die hij ook ontdekt heeft en dus Columbuswind zou mogen heten, te gaan kijken wat hij tegen kwam. Geen kaarten van havens, baaien, ondiepten niks. Gewoon varen met je platte bek en heel goed opletten.

Er gebeurde net nog iets leuks. Op de radar heb je op zee altijd een trouwe metgezel. Dat is de storing/echo van de golven - en deining - in het centrum van het beeld dus dicht om het schip. Eigenlijk is die er altijd. Toen ik net de 'Kaap De Steenen Man' rond was zat er een hele grote echo achter mij waar ik langzaam vanaf voer. Het was de deining die daar plotseling ophield. Het is al een paar uur windstil en de motor draait dus weer en het water is hier zo vlak als een spiegel. In de verte zie ik het schijnsel van Funchal, de hoofdstad van Madeira. Het zal moeilijk worden een plekje te vinden in de haven. In deze tijd is het altijd druk op deze eilanden en gisterenmiddag stak er langs de kust opeens een loeiharde wind op (30 knopen). Alle ankerliggers hebben dus ook een plekje binnen gezocht in de toch al volle haven.


Volle haven van
Funchal

Voor de haven liggen een aantal zeilschepen voor anker. Ik ben bekaf en doe net of ik gek ben, dat gaat mij vrij gemakkelijk af, en scharrel tussen de ankerliggers door naar binnen. Het is wel vol in de haven maar van de havenmeester van de Noorderhaven in Harlingen zouden er best nog een paar bij kunnen. Als ik voorbij het hokje van de havenmeester kom, komt hij naar buiten rennen om te vertellen dat het vol is. Op dat moment ben ik onkundig van het feit dat broer Barend ze daar al dagen loopt te vervelen met folders van mij. Ik zeg de wanhopig roepende havenmeester  nog dat ik moe ben, was waar en dat ik ziek ben, foei, maar wel waar. De man is echter onverbiddelijk en maakt duidelijk dat er maar één de baas is in de haven en dat is Arie nu even niet. Voor vier uur vanmiddag wordt het niks roept hij nog. Arie druipt met de ... tussen de benen af en gaat voor anker.

Alle ketting (40 meter) eruit want de grond is hier slecht (vulkaangruis) en het strand dichtbij. Ik overweeg te gaan slapen maar heb toch wel erg veel honger. Groente snijden, uitjes fruiten (groente fruiten kan dat ook al?), macaroni in de pot, vlees snijden en als alles staat te pruttelen ja hoor de havenmeester. 'hup hup blèrt hij, gelijk anker op dan heb ik een plekje voor je'. Deze onzin verzinnen ze alleen bij ontgroeningen (of in het leger). Er was nog niemand uit de haven vertrokken en ineens is er nu wél plaats. Vuur uit onder het eten en aan de ochtend gymnastiek. 40 meter ketting op draaien, waarvan 15 meter loodrecht naar beneden hangt en dus loeizwaar is. Ik zweet me te rot maar blijf grijnzen naar de havenmeester. Hij pakt een touwtje aan, hangt een stootwil op en is heel vriendelijk. Ook vraagt hij hoe ik me voel(?). Ik snap er nog steeds geen mallemoer van. Bij de Politia Maritima word ik ontvangen door een breed grijzende, heel aardige jonge dame. Ahaah, 'Ironoverload' roept ze, en ze laat me trots een folder zien. Nu wordt alles me duidelijk. Die 'lange rat' kan niet ver weg zijn!

Funchal, 03/11/2002

Na mijn aankomst in de haven volgen eerst weer de gebruikelijke wandelingen naar allerlei instanties. De havenmeester verteld mij dat ik om 13.30 uur op het havenkantoor moet zijn. Ik kan dus snel even de pan Macaronie burgemeester maken en vervolgens met mijn slaperige kop de papparassen gaan doen. Ondertussen loer ik de drukke kade af op zoek naar een lange (Barend) en een bleke (Dieneke). Het tijdstip 13.30 uur schijnt hier een andere betekenis te hebben dan bij ons en om 14.15 uur laat ik, het wachten zat, mijzelf op een terrasje een flinke bak koffie aanmeten. Als ik halverwege het wasteiltje koffie ben zie ik mijn broer ten tonele verschijnen. Even twijfel ik of ik hem eerst helemaal naar de boot zal laten lopen maar ik weet het, ik ben te goed voor deze wereld en geef een brul. Niet alleen Barend en Dieneke kijken om maar ook een horde mensen die net de vrijheid hebben gekregen van een cruiseschip. Het welkom is warm (wat wil je het is 28 graden) en Barend krijgt de door mij beloofde zoen. Goor hoor want hij had zich weer niet geschoren. Na de koffie gaan Barend en ik het papierwerk doen en we komen bij het meisje van de douane. Het medelijden straalt van haar af en ze vindt het maar niks dat ik de reis solo doe. Als ik haar uitnodig dan maar mee te gaan naar de Canarische eilanden proef ik eerst een lichte twijfeling en vervolgens een resoluut NEE (?) Een paar dagen later ben ik daar blij om als ik ook kennis heb gemaakt met haar vriend. Hij blijkt vaak buiten te blijven staan omdat de meeste ruimtes te klein zijn voor hem. Het lijkt Anton Geesink wel.

Dan worden er plannen gemaakt voor de komende dagen. Ik krijg het aanbod om lekker twee nachten in een hotelbed te slapen. Hoewel ik geen inbreuk wil maken op de privacy van die twee tortelduiven, wint mijn egoïsme het gelukkig en neem ik het snurken van het knulletje voor lief. Hoewel ik de afgelopen dagen weer zeer weinig slaap heb genoten, ga ik douchen en schoon schip maken om daarna met z'n drietjes te gaan eten. Ik neem me heilig voor om de twee 's avonds in slaap te praten met een spannend verhaal over 'zeven rovers'  maar als mijn hoofd het kussen raakt ...

Twee bikkels speuren naar
Dolfijnen
Bij aankomst werd ik vlak voor de haven begroet door een school dolfijnen. Die beesten wonen daar en iedereen met een boot in Funchal heeft er een handeltje bij 'dolfin watching'. De volgende dag gaan we er dus even uit en na een half uurtje zitten we midden tussen de dolfijnen. Geweldig, en Dieneke maakt een paar hele mooie filmshots van Barend en mij. We kunnen de vrolijke beestjes bijna aanraken.

De laatste dag heeft Dieneke een werkelijk groots idee voor ons in petto. Ze stelt voor aan het eind van de middag in de bus te stappen en naar het eindpunt van de bus in de bergen te gaan. Vervolgens eten en dan met de laatste bus weer terug. Leuk! Zonder enige voorbereiding voor een verblijf in de (koude) bergen vertrekken we om 17.30 uur naar boven. Alleen al de busrit is een belevenis op zich. Met ware doodsverachting rost de kamikazepiloot over zeer smalle bergwegen. Toeteren en flink gang houden is zijn devies. Soms moet hij even stoppen om een tegenligger langs te laten kruipen en hup daar gaan we weer. Boven gekomen stoppen we vlak voor een dorp. We kunnen niet verder want daar gaan de wegen over in wandelpaden! We vragen de chauffeur waar we kunnen eten. Hij schiet nog net niet in de lach en verteld dat daar alleen tien kleine, arme huizen zijn. We overwegen dus maar weer terug te gaan maar onze kwelgeest, de chaufeur heeft een idee. Als we ongeveer tien minuten lopen, over een bergpad, heuveltje op heuveltje af, zijn we in een dorpje waar we zoveel kunnen eten als we willen. We overleggen even, Barend heeft net een operatie achter de rug, Dieneke zit ook niet helemaal goed in elkaar en ik, ja ik ben met mijn wrakke knieën veruit superieur. Tien minuten moet kunnen dus we gaan. Na 20 minuten blijken we nog steeds aan de verkeerde kant van het dal te zitten maar zijn het er over eens dat we niet meer terug kunnen (steil naar boven). De schemering zet in en de duisternis zal snel volgen. Heb ik weer hoor. Niets hebben we bij ons. Er zit maar één ding op en dat is doorstappen en niet piepen. Na 45 minuten zijn we, inmiddels in het donker, in het beloofde land maarr alle eetgelegenheden zijn inmiddels dicht. Sterker nog, er is zelfs geen mogelijkheid voor Dieneke wat druk van haar blaas af te nemen. Gelukkig gaat er nog één bus naar beneden. Natuurlijk weer met de zelfde doodsverachting als de heenreis denderen we richting stad. Beneden aangekomen hebben we ons de maaltijd goed laten smaken. We zijn alle drie moe en klagen over wat er allemaal zeer doet maar zijn blij dat het zo is afgelopen. Mijn hele verdere verblijf zoek ik naar de rat die ons dit flikte. De 30ste zit het er al weer op voor broer en schoonzus en we nemen afscheid. Het bezoek van hen was kort maar heeft me erg goed gedaan.

Al vanaf Vigo kom ik steeds een Duitse boot tegen. Het schip heet 'Mingula' en is een zware stalen knikspant, een Reinke, google maar even. Vanaf hun vertrek eind Augustus hebben ze al problemen met de motor. Op de meest onverwachte momenten stopt het onding er mee. Eergisteren kwamen Juergen en Elwira binnen roeien vanaf de ankerplaats (de buitenboordmotor had, samen met de opvouwbare bananaboot EN Juergen, een kantelproef ondergaan en was er mee gestopt) en waren verrast mij hier weer te zien. We slobberen een bakkie leut en kletsen wat bij. Gisterenavond tref ik ze weer op een terrasje weer slobberen, vervelend hoor. Het idee om een lange zeilreis te maken leeft bij hen al vanaf 1995 maar is pas het laatste jaar heel concreet geworden. Na lang zoeken hebben ze afgelopen April het schip gekocht. Een oud schip, zonder tuigage waar veel aan moest gebeuren. Drie maanden fulltime er aan werken. Klaar waren ze nog niet toen ze vertrokken maar wie is dat wel? en ook voor hen drong de tijd. Op 24 Augustus zijn ze van Emden via Groningen, Harlingen en IJsselmeer naar IJmuiden gegaan om op die manier de lastige Noordzee een beetje 'kleiner' te maken.  Het was voor hen gelijk de maidentrip en konden zo genieten van al het werk dat ze hadden verzet. Ook zij hebben in die beginfase problemen met de koers 220 graden, steeds wind tegen dus.


Hendrik, Elwira en ik

Bij hen op het terras zit een kennis. Een 72 jarige Poolse man (klein, pezig, bril met jampotbodem glazen die hij af moet zetten en omdraaien om iets te kunnen lezen) die ook solo aan het zeilen is. Hij heeft een bootje van 7.70 mtr. met de naam 'Gawot' met een absoluut minieme uitrusting en als ik zijn verhalen hoor is zijn motto ongeveer 'ogen dicht en varen'. Op één van de wadden eilanden heeft de KNRM onlangs kennis met hem gemaakt. Hij heeft een GPS en een kompas. Verder zeekaarten waarvan de jongste 10 jaar oud is en van weerberichten heeft hij nog nooit gehoord. Hij heeft twee keer een aanvaring gehad met een Noordzee-boei, resultaat een vuistgroot gat in de boeg, één bijna aanvaring met een tanker en tweemaal bijna op de rotsen in Noord Spanje. Het deert hem niets en maakt gewoon deel uit van zijn reis. Dat zijn bootje ook water maakt baart hem wel zorgen maar houd hem niet tegen. Hij blijkt twee dagen na mijn vertrek uit Nazarè weg te zijn gegaan van Cascais (bij Lissabon) naar Madeira en heeft midden in de zware storm gezeten. Hij heeft er acht dagen over gedaan. Op mijn vraag of het erg was zegt hij 'ach, dat ben ik al weer vergeten'. Natuurlijk is hij geen schoolvoorbeeld van de gemiddelde solozeiler. Eerder is hij het produkt van het communistisch systeem waarin alles zo werkte en zuigt nu alle vrijheid op die hij maar kan vinden. In Polen (Stetin) is hij 20 jaar Concertmeester geweest. Zijn viool is zijn enige middel van bestaan en hij schijnt zo mooi te spelen dat mensen vaak met de tranen in de ogen staan te luisteren. We zitten met z'n vieren zo lekker te kletsen dat we de tijd vergeten (en natuurlijk proberen we hem ook uit te lokken iets te spelen voor Elwira). Hendrik (de oude man) mist daardoor de laatste bus naar de haven waar hij ligt. Ik stel hem voor om bij mij aan boord te slapen. Hij vindt het fantastisch en we kletsen door tot diep in de nacht. Ik verwonder mij er steeds meer over dat hij zover is gekomen. Over de periode in de professionele muziek wil hij alleen kwijt dat het een eeuwige strijd was tussen hem, de dirigenten en musici. Nu kan hij spelen wat hij wil en waar hij dat wil. Nu is hij pas echt vrij en heeft veel plezier. Vandaag vertrekt hij naar Tenerife en blijft daar spelen tot hij geld genoeg heeft om zijn familie over te laten komen voor een vakantie. Het maakt hem niets uit of dat een jaar of langer zal duren. Een pracht kerel. Ik ben er zeker van hem daar weer te ontmoeten en zijn muziek te kunnen beluisteren. Wellicht krijgt hij het voor elkaar ook van mij een klassiek muziekliefhebber te maken.

  
Overdekte markt Funcal



vrijdag 18 februari 2011

Lagos, Portugal – Madeira

24/10/2002

Vandaag is broer Barend jarig. Broer, nog heel veel jaren in goede gezondheid. Deze woorden hebben voor jou een veel diepere betekenis dan voor menig ander.

Gisteren ben ik om 11.30 uur uit Lagos vertrokken. Zelf was ik al voor dag en dauw op maar omdat ik niet eerder gasolie kon krijgen werd het toch weer wat te laat naar mijn zin. Al vijf dagen lig ik hier voor Jan met de korte achternaam (ik kan beter gewoon Jan Lul zeggen want iedereen weet wat ik bedoel en ik zit me wezenloos te typen) te wachten op beter weer. Omdat Barend en Dieneke van 23 tot 30 oktober op Madeira zitten wil ik dat op tijd halen. Het is vijf dagen (480 mijl) varen dus het wordt krap maar ik doe mijn best. Dat het hier bar en boos is geweest merk ik nu nog aan de deining die er loopt. Die is zeer hoog en weinig wind dus ik slinger weer als een aap (aha, slingeraap wat is onze taal toch mooi he). De verwachting is wel dat het snel afneemt dus daar hoop ik maar op. Omdat ik weer tegen de 'klok' bezig ben draai ik met het motortje 'in het werk' mee want als ik het van de wind alleen moet hebben kan ik beter gelijk naar de Canarische eilanden gaan. W-NW kracht twee. Om de tijd in de haven wat door te komen heb ik allerlei klussen gedaan aan boord. De verstaging helemaal nagekeken. Ankerbak leeggemaakt en daarna vol laten lopen om te kijken of deze lekt. Niet dus. Zo goed als zeker kwam het water binnen via het achterluik. Daar komt op Madeira dan ook nieuw afdichtband tussen. Verder zijn we als zeilers onder elkaar druk geweest met het uitwisselen van elektronische programma's en zeekaarten, zeer nuttig. Natuurlijk hebben we ook de nodige uren besteed aan koffie leuten en elkaar moed inpraten. Heel gezellig. De grote uittocht gaat hier beginnen want iedereen ligt op stootgaren.

Ik denk niet dat ik het heb laten merken in de stukjes maar na mijn ervaring van afgelopen week had ik die peptalk wel nodig. Ik wilde graag dinsdag al weg maar in de buien stond er nog een 6-7 uit W-ZW en ik kon mezelf niet zover krijgen daar aan te beginnen. Nu knaagt de spijt want de nacht erna was het heerlijk rustig. De 'Pinical' met JG en Chantal, ze kan heerlijk koken, zijn vlak voor mij vertrokken richting Canaries en de 'Simon de Danser' met Corno en Petra (maakt hele lekkere broodjes) direct na mij. De 'Simon de Danser' wist nog niet waar ze heen wilden en waren wat onzeker v.w.b. de 700 mijl naar de Canarische Eilanden. Omdat ze geen vast reisplan hebben (maar wel mooie dromen) keren ze na een uur om en gaan de Middellandse zee in. Het zou best eens zo kunnen zijn dat het een definitieve beslissing is waardoor het onmogelijk wordt er een wereldreis van te maken. We vinden het om die reden jammer en wensen hen via de radio een hele fijne tijd met veel goede wind. Ook de 'Pinical' stuurt 35 graden zuidelijker dan ik en is snel uit het zicht. IK BEN WEER ALLEEN.

25/10/2002

Om drie uur vannacht ligt er een schip op ramkoers. Ruim op tijd gaat hij een beetje SB uit en loopt achter mij langs. Ik roep het schip op, bedank hem voor het uitwijken en vraag gelijk of ik goed zichtbaar ben op zijn Radar. 'No problem at all sir, you where visible on at least eight miles distance'. Altijd prettig te weten. Ik bedank de man, wens hem goede reis en ga door.
Erg leuk is het dat zeilers af en toe naar me toekomen en vragen of Marijke Boom familie van mij is. Diverse hebben een mailtje van haar gehad (via de links die ik in mijn stukjes zet) waarin ze hen een goede reis wenst. Het wordt door iedereen zeer op prijs gesteld.

26/10/2002

Vanaf vertrek geeft de log aan dat ik 240 mijl heb gedaan. Natuurlijk vergelijk ik dat ook met de computer en wat blijkt, de log is redelijk betrouwbaar. De afwijking die er is komt van de stroom.
Als ik deze snelheid een beetje kan vasthouden kom ik in de nacht van 27 op 28 oktober aan. Tot nu toe heeft de techniek de grootste invloed op die snelheid want er staat nauwelijks wind en dat beetje wat er is komt recht van achteren. Het motortje er dus maar weer bij zodat ik in ieder geval vooruit blijf gaan. Klapperende zeilen en veel slingeren. De deining is behoorlijk afgenomen maar is nog steeds hinderlijk.
Vandaag stond in het teken van de ontmoetingen. Vanmiddag om drie uur wederom een schip op ramkoers. Ook deze gaat ruim op tijd twee streken naar SB en stuurt vervolgens dicht achter me langs en gaat weer naar zijn oorspronkelijke koers. Als hij achter me is en me goed kan bekijken roept hij me op. 'Dutch sailingyacht are you on channel 16'. Jazeker sta ik daar op. Het is een Italiaanse bulkcarrier van 80.000 ton onderweg van Brazilië naar Lissabon. Mooi gezicht hoe het schip traag in de zware deining duikt en zich vervolgens weer opricht. Hij vraagt wat die vlag met die rode stip betekend, dat het de nummer één van het internationale seinboek is weet hij wel. Ik leg hem uit dat deze in de zeilsport ook wel wordt gebruikt om aan te geven dat je solo zeilt. Na nog wat prietpraat vraagt hij of alles goed is aan boord. Alles is prima alleen kan ik wel wat wind gebruiken antwoord ik. Hij zegt me dat hij mij er niet aan kan helpen want het weerbericht voor de komende dagen is hetzelfde. Ik bedank hem en wens hem een goede reis. Aardige vent, waarschijnlijk ben ik zijn eerste radiocontact in dagen.

27/10/2002

Een uur geleden (00.30 uur), toen ik net was begonnen beslag te maken voor pannenkoeken, komen er twee lichtjes in zicht dwars aan SB. De peiling veranderd langzaam maar we gaan vrij van elkaar. Als de vissersman op twee mijl van me vandaan zit veranderd hij koers en ligt recht op mij aan. Het zijn dus echt allemaal eikels in deze streken. Ik blijf nog even op de zelfde koers liggen maar hou hem goed in de gaten. Als hij op 0.5 mijl is stop ik de motor en draai wat bij. Als ik achter hem langs ben vervolg ik mijn weg en ga verder met het beslag. Ik snij het laatste stuk spek aan van 'Harry de Keurslager' en ga zo lekker smikkelen. Opnieuw doet de volgende kotter precies het zelfde. Hij veranderd koers waardoor ik moet uitwijken. Duizenden vierkante kilometers water zonder een schip en ik moet binnen een uur twee keer uitwijken. Als mijn eerste (bleke)pannenkoek ligt te sudderen krijg ik voor de vierde keer vandaag bezoek. Uit het nachtelijk duister fladdert een heel klein vogeltje naar binnen. Als hij mij ziet piept hij van schrik (maar waarschijnlijker van genot) en gaat op de olielamp zitten. Als ik zit te eten komt hij vlak achter me op de boeken zitten. Bang is hij zeker niet en daarom begin ik te vermoeden dat het een 'zij' moet zijn. (omdat vrouwen zich altijd op hun gemak voelen bij mij in de buurt). Ik zet haar op de gevoelige plaat en laat haar met rust. Als ik binnen het licht uit doe vertrouwt ze het blijkbaar niet langer en vertrekt weer, jammer het was een leuke afwisseling.

Om 8 uur vanmorgen komt er wind. Eerst niet erg stabiel maar na een uur heb ik een NO-lijk windje kracht vier. Ik moet ZW sturen en omdat er steeds kans is dat ik 'binnen de wind' kom ga ik wat ruimer sturen. Op een gegeven moment gijp ik toch maar want nu stuur ik bijna Zuid. Als ik klaar ben en ook de bulletalie er op heb staan zodat ik op een onbewaakt moment de giek niet voor mijn knar krijg, moet ik weer uitwijken. Een knots van een schip, een bulkcarrier. Om vijf uur in de middag waait het  behoorlijk stevig en kan het niet langer. Er moet er een rif in het grootzeil. De wind is nu kracht 6-7 NO. Die aardige stuurman van die grote bulkcarrier gisteren had zeker nog een oud weerberichtje van wijlen Jan Pelleboer liggen. Het klopte van geen kant. De windvaan- en ook de stuurautomaat kunnen de roerdruk niet meer aan. Het schip loeft steeds zeer sterk op. Jammer want ik was lekker achterstand aan het inlopen en liep zeven knoop gemiddeld. Door het grootzeil te reven breng ik de snelheid terug naar zes knopen en doordat de trim nu goed is doet de windvaan ook weer wat ik van haar vraag. Het schip ligt mooi rustig. Een half uur later zet ik het tweede rif er ook maar in. Hoezo geen wind? Omdat ik behoorlijk last van knieën en heupen heb probeer ik werk in het donker aan dek eerst te vermijden en doe dit dus preventief. Als ik terug ben in de kuip zal ik, voor dat ik de schoten weer aantrek, de blaas even ontlasten. Als ik naar beneden kijk sta ik een schildpad in de (angstige) ogen te kijken. Al een paar keer dacht ik er een gezien te hebben maar deze was er helemaal. Ik richt er maar ietsje naast. Als ik de schoten aantrek steekt hij nog een vlerk boven water en is verdwenen. Hij heeft het formaat van een wasteiltje. Nu ik er op let zie ik er tientallen in de loop van de dagen. Nooit geweten dat die beesten hier ook zaten. Schijnbaar gaat de watertemperatuur aardig omhoog. Hierna is het tijd voor het derde rif, zucht. De wind is inmiddels 25-30 knopen, een windkracht zeven. Ook vandaag is het weer hollen of stilstaan. Om 10 uur in de avond neemt de wind af en om middernacht kan de motor weer bij en was al het werk van afgelopen uren vergeefs. Zeilen blijft werken.




woensdag 16 februari 2011

Zomaar wat zaken in Lagos

Lagos, 19/10/2002


Hoe laat het was weet ik niet meer maar ik werd vanmorgen wreed in mijn schoonheidsslaapje gestoord door een belletje van Marjon. Fijn om haar weer even te horen. Ze ging met Brechtje naar de hondenschool en daarna een week met een druk programma. Vanavond feest in de schouwburg, een benefietconcert van Harlinger muzikanten waarvan de opbrengst naar mijn project gaat.

Ja, het feest in de schouwburg. Geweldig gewoon van de initiatiefnemers. Ik ga er van uit dat de lokale muziekwinkel, raadslid Wiebe van Dijk en in ieder geval de lokale omroep GPTV in het 'complot' zitten. Heren, en wellicht ook dames, geweldig bedankt. We kunnen het heel goed gebruiken en zullen er zo goed mogelijk op passen. Overigens is dat de taak van het stichtingbestuur en mag ik het 'gebruiken' Totdat ik terug ben moeten we leven met een flink financieel risico. Geen prettige druk maar het zij zo. Ik hoop dat het voor iedereen een geweldige avond is geworden. Alle ingrediënten daarvoor zijn aanwezig dus het kan niet stuk. Vreselijk jammer dat ik er zelf niet ben! HARLINGERS, ook namens Marjon, BEDANKT.


Gisterenavond om 22.45 uur gaat mijn Iridium telefoon. 'Hallo Arie met Wout, dat is de plaatselijke TV-tycoon, ik prik je zo even door naar de zaal en dan houden we een praatje', SLIK, wat moet ik zeggen?
Hij verteld de zaal dat ik aan de telefoon hang en vraagt even wat te laten horen. Gejuich, geschreeuw, gefluit. Ik hoop dat iedereen zich voor kan stellen wat er dan door je heen gaat. Tranen wellen op, kippenvel, kortom emotie. Even slikken want ik moet ook nog iets zinnigs vertellen, en hoop maar weer dat het gelukt is. Wout vraagt hoe het gaat terwijl ik het geroezemoes op de achtergrond hoor. Moeilijk hoor, deze momenten. Aan het eind van het gesprek bedank ik iedereen en vraag hen er een mooi feest van te maken. Het gejuich dat opklinkt zal nog lang doorgonzen in mijn hoofd. Geweldig gewoon. Pijnlijk voor mij was dat de avond daardoor ook weer heel eenzaam werd want er was even niemand om dit feestje mee te delen.

Ik kom net terug van het internetcafé en de weerkaarten geven een iets beter beeld dan gisteren. Achter het lagedrukgebied ziet het er stabiel uit. Als de zeegang snel afneemt hoop ik maandag te kunnen vertrekken. De afstand viel me 100 mijl tegen. Het is 480 mijl, dus vijf dagen minimaal.
Beetje brood mee en gaan met die boot. Vanmiddag kwam de 'Pinical' binnen. Ik heb al meer dan een jaar e-mail contact met de bemanning over allerlei tips en trucks maar heb ze nog nooit ontmoet. Ze lagen voor anker in een riviertje hier vlakbij maar zijn nu op de vlucht voor de aanstormende storm. Het viel hen tegen hoe snel de zee aan het opbouwen was. Een andere Nederlandse boot 'Simon de Danser' voer samen met hen op. We helpen met afmeren en maken kennis met elkaar. Overigens klaagt iedereen over het feit dat de weerssystemen volledig uit de pas lopen met wat geacht wordt 'normaal' te zijn voor de tijd van het jaar. Leuk is het niet maar we moeten het er mee doen en vooral goed op blijven letten.

Ook waren er weer wat onverwachte e-mails bij. Het is verassend te zien wie er allemaal aan je denken. Ik probeer wel iedereen te antwoorden maar er zijn twee redenen waarom dat soms niet lukt. De eerste is het grote aantal berichten, soms meer dan 20 per dag en lezen kost TIJD en dat is dan de tweede reden. In dit café kost het zes euro per uur. Uitprinten is 25 cent per vel en ik heb net beloofd op de kleintjes te passen. Ik beperk dus de tijd en print de rest uit. Excuus dus als er geen antwoord komt maar ik lees alles en stel het zeer op prijs, het is mijn contact met het thuisfront.

Nog niet alle probleempjes aan boord zijn opgelost en ga daar morgen mee verder. In Lagos kreeg ik er een nieuw gebied in mijn lichaam bij wat gaat protesteren, mijn heupen. Tijdens een kleine wandeling heb ik behoorlijk pijn in beide gewrichten en ook de knieën spelen weer op. Ik neem pillen en rust maar echt weg gaat het niet. Omdat ik een paar zware dagen achter de rug had met weinig beweging en veel verkrampte houdingen, gooi ik het daar maar op. Het fietsje heb ik bijna niet gebruikt om de rest van het lijf weer wat beweging te geven. Ik hoop er het beste maar weer van.




Meeliftende vogel op touw
van slingerzeiltje

Tegenover mij aan de steiger ligt de 'Tal A Roz' de zeilboot van het echtpaar Simon en Gerda Kortbeek uit Hoofddorp. Vanwege de naam van mijn boot raken we aan de praat en ik geef hen een foldertje. Als ik terug kom van het boodschappen doen vragen ze me op de koffie en willen alles weten over ijzerstapeling. Zij overwinteren al zes jaar op de boot in Lagos en dat bevalt hen prima. Zo links en rechts hebben ze kennissen en gaan regelmatig met de eigen auto het binnenland in. De volgende dag staat Simon weer bij me voor de deur. Ik had de vorige dag wat vragen gehad over vissen met lijnen en hij heeft er, op een prachtige klos, een voor me gemaakt. Ik krijg er nog de nodige uitleg bij, 'als bijdrage voor het project Arie' zegt hij. Reuze bedankt echtpaar Kortbeek, ik zal er gebruik van maken, al moet ik er nog even niet aan denken dat ik een beest boven haal en deze vervolgens dood moet maken maar ja, verse vis is wel vreselijk lekker.

vrijdag 11 februari 2011

Nazaré – Lagos, Portugal

17/10/2002 

Een schrijver en goede kennis  van me, Hans Vandersmissen,  zei vlak voor vertrek tegen me; 'een boek schrijven is gewoon doorlullen Arie'. Hij kan het weten want hij heeft al heel wat achter zijn naam staan. Met dat 'doorlullen' ben ik al een poosje bezig, dus ga ik daar maar mee door. Tot nu toe hoor ik alleen maar positieve berichten.


Berlenga's, bult stenen ter hoogte van
Lissabon in de Oceaan

Het vervolg van mijn reis begon op 13 oktober om 15 uur. Zoals altijd start ik traag op maar in mijn plan paste dat ook wel. Een prima weerbericht dus wat wil je nog meer. Zeiltjes op en met de wind schuin van achteren naar het zuiden. Vanaf het moment dat ik de windvaan (een apparaat dat beter kan sturen dan ik en het ook langer vol kan houden) opzette klopte er iets niet. De correcties die hij deed waren steeds over SB te groot waardoor het een dronken schipper leek. Toen de nacht viel, viel ook de windvaan en zat ik weer zonder. Solozeilen zonder dit ding is vrijwel onmogelijk dus maar weer een haven zoeken. Omdat Nazaré de dichtst bij zijnde haven was dus maar weer terug. Om drie uur ‘s nachts lag ik weer op het zelfde plekje. Om acht uur ‘s morgens zat ik weer boven op de windvaan om te zoeken naar wat er mis was. Mijn buurman, een Zweed, heeft al vele jaren een zelfde windvaan en een helder moment. We zoeken en vinden het euvel. Speling op een horizontale as. Om elf uur was de klus geklaard en de koffie op dus daar ging Arie weer. Gelijk 'voelde' het beter. Zonder mankeren doet de Ariës precies wat ik wil. Om 13 uur draait de wind naar ZW en neemt toe. Hoewel, met de zeilverhouding bij mij aan boord, het meestal beter is eerst het grootzeil te reven, is de verleiding groot de rolfok te minderen omdat het vrij gemakkelijk gaat. Je laat de schoot vieren, trekt aan een lijn totdat het zeil zo klein is als je wilt, trek de schoot weer aan en klaar is Arie. Aldus geschiedde. Op een gegeven moment waait het zo hard dat je ook het grootzeil kleiner moet maken. Mijn grootzeil kan ik drie keer reven (kleiner maken) en nam gelijk het tweede rif. Toen ik klaar was, en tien minuten op een springend- en dansend schip met veel overkomend water en wind jongleerde, kon ook het derde rif er in. In de tijd dat ik bezig ben neemt de wind toe van 25 tot 35 knopen. Ik word kwaad om mijn eigen gemakzucht en ga prompt fouten maken. Ik nam niet de moeite de reeflijn te borgen waardoor ik deze per ongeluk uit de giek trek. De mogelijkheid het zeil nog kleiner te maken verlies ik door deze stommigheid. Op dat moment een klein drama. Shit. Dan alles maar naar beneden. Het schip blijft ongeveer dwars op de wind liggen en ik voelde me daar niet gelukkig mee. De krullers sloegen over het dek zodat ik besluit even wat ruimer, meer voor de wind, te gaan sturen.


Na de storm weer RUST

Vervolgens begon het drama van het verplaatsen van het kotterstag, om daar een stormzeil aan te kunnen hijsen. Eigenlijk heb je allebei de handen en benen nodig om je schrap te zetten maar ik moet iets doen waar ik twee handen bij nodig heb. Ik kom er dus twee te kort maar moet wel door want het is lijfsbehoud. Dat klinkt dramatisch maar fouten moet je op zo’n moment heel duur betalen. Als deze klus klaar is moet ik een zeil voor uit het schip halen, er mee naar voren strompelen en kruipen. Het blijft overal haken en het zeil wil maar één ding en dat is overboord waaien. Als het zeil staat neemt de wind af, Grrrmppff. Ik vind het welletjes en vaar een poosje voor -Jan met de korte achternaam - met het knal oranje voorzeiltje. Als je 'aan de wind' moet varen naar Madeira trek je uiteindelijk met deze zeilvoering toch aan het kortste eind en hup, daar ga ik weer. Vlak voor donker staat al het zeil er weer op. Ik ben zeiknat van het zweet en moe. Even tijd om snel wat te eten. Het smaakt me voor geen meter maar er zit weer wat in het lijfje. Om 22 uur nam de wind snel toe en begon te draaien. Het hele verhaal herhaalde zich en ik werkte me de blubber. Te weinig eten, dus ook geen medicijnen en een paar keer een kwartier slaap. Tussendoor steeds zeilen wisselen.

Toen ik al 100 mijl van een redelijk aan te lopen haven zat realiseerde ik me dat het gezoem dat ik soms hoorde niet het achterlijk van de Genua was maar een elektrisch pomp (bilgepomp). En een pompende pomp betekent WATER IN HET SCHIP! Als ik de ruimte onder in het schip leeg heb gepompt neem ik de tijd op. Ik wil weten hoe snel het gaat. Nu weet ik wel dat er niets beter is in een lekkend schip dan een angstige man met een puts (emmer), maar echt zin heb ik daar niet in. Ik had nu een tweede heel groot probleem. Eén van de stagen, die er voor zorgt dat de mast op z'n plaats blijft staan, bewoog. De overige stagen stonden keurig op spanning. Een teken dat de krachten die op de mast komen ongelijk worden opgevangen en de krachten zijn vooral erg groot als je tegen de wind- en zee in ligt te rammen, 'beating' heet dat in Engeland zeer terecht. Zonder enige waarschuwing vooraf kan dat je mast kosten. Jullie kunnen zich voorstellen welke spookbeelden er door mijn hoofd gingen. De instroom van water in het schip bleek ongeveer twee emmers per uur. Niet dramatisch maar ik heb geen idee van de oorzaak en dat is wel erg. Het weer is zeer veranderlijk, harde of loeiharde wind. Het was hollen of stilstaan. Midden in de nacht alle verstaging controleren. Niets te vinden maar ik wist zeker dat het niet goed was. Het enige wat er op zat was proberen de mast te ontlasten. Dat betekende voor de wind met weinig zeil proberen het vege lijf te redden. Niemand in de buurt met een ideetje of een paar handen om het even over te nemen. Het kleinste stormzeiltje wat ik heb helemaal onder uit het schip. Toen het stond, pffff, wilde het schip niet aan de wind blijven liggen dus dan maar wat ze wel wil. We vlogen met acht mijl, voor de wind richting westen Amerika dus.  De windvaan deed z’n werk, geweldig. Ik heb binnen gezeten en weet dat de kuip in ieder geval tweekeer een zeetje te verwerken heeft gehad. Je zit binnen, schotten er voor, schuifluik dicht en knaagt op een Sultana of een dropje. Overigens was de betrekkelijke stilte binnen een weldaad, heerlijk. Ik zocht binnen alles af om te weten te komen waar het water vandaan komt. Niks te vinden maar ... als ik voor de wind vaar, houd het wel op of in ieder geval wordt het flink minder. Weer een raadsel dat ik morgenvroeg ga onderzoeken en hopelijk oplossen. Het aller moeilijkste moment van deze uren was, dat ik besloot Marjon te bellen en haar in te lichten hoe het er voor stond. Je wilt niemand onnodig bezorgt maken maar hoe vertel je dit voorzichtig, het schip maakt water en er is een stag kapot in zwaar weer, euhh.

Haventoegang van Lagos, Portugal

In een vorig stukje memoreerde ik het ook al, op de koers 220 graden rust geen zegen en van Nazaré naar Madeira is 226 graden. Vanmorgen om elf uur was ik na vier zeer bewogen dagen weer in veilige haven, niet Madeira zoals de bedoeling was maar Lagos aan de zuidkust van Portugal. Jammer van de 150 mijl die ik al onderweg was naar Madeira maar dat komt wel weer. Natuurlijk was er geen rust toen ik in Lagos aan kwam. Eerst de papierwinkel met douane en havendienst. Daarna het schip spoelen en opruimen, een heerlijke kop koffie en een tosti ham/kaas. Daarna douche en toen begon het bellen om raad en liefst ook oplossingen. Een tweede rolfok voorop zodat ik niet meer die halsbrekende toeren hoef uit te halen met slecht weer was een oplossing die naar voren kwam tijdens een gesprek. Er wordt aan gewerkt om zo'n ding op de kop te tikken. De elektrische bilgepomp, die er uiteindelijk mee op hield vanwege overwerk, is weer klaar. Van de stag was de verbinding met de wantputting los. Er was een splitpen of borgring weg en het boutje (toggle) zat scheef en werd door de spanschroef bescherming gelukkig op z'n plaats gehouden. De stag was dus nog in prima conditie en met het aanbrengen van een splitpen en het opnieuw op spanning brengen staat alles weer als een huis. Zonder geluk vaart niemand wel.
 
De geruchten over het weer in dit gebied verschillen nogal. Morgen even bij mijn eigen goeroe, Frits Koek van het KNMI, kijken en dan trek ik mijn plan weer. Ik hoop dat de tip over dat doorlullen gelukt is. De letters dansen voor mijn ogen, ik ga eindelijk, na vier dagen, de koffer in.