zaterdag 9 juli 2011

Madeira - Tenerife

De Russen, Serge en Anja, zijn toch het slechte weer maar in gegaan want weer was het ankeren geen succes. Een aantal schepen ligt te wachten op een kleine verbetering van het weer. Die komt niet echt en vlak voor donker om 18:30 uur besluit ik toch te vertrekken. Alle anderen zitten lekker te buurten maar ik heb geen rust meer in de kont. Iedereen helpt met losgooien, roepen van alles, zwaaien en fluiten. Vertrekken is steeds een heftig gebeuren. Het is natuurlijk ook wel grappig want van Funchal naar Tenerife is 250 mijl. Een reis waar je thuis schip en bemanning terdege op prepareert en hier zeg je het is maar 250 mijl of maar 3 dagen varen. Er valt niet over op te scheppen of te pochen om de eenvoudige reden dat je daar bent en er ook weer weg zal moeten. Het gevoel dat je aan een lange oversteek gaat beginnen is er absoluut niet. Wel heeft iedereen inmiddels de ervaring van de vele snelle weersveranderingen en hebben toch ‘respect’ voor degenen die het alleen doen.

Het volle haventje van Funchal
Het waait nog steeds hard maar de berichten zijn al dagen goed en ik verwacht rustig weer zodra ik onder de invloed van het eiland uit ben. Buiten de haven koppel ik de Simrad stuurautomaat aan om zodoende de handen vrij te hebben om de zeilen te hijsen. Geen stroom op het apparaat! Er staan minstens 10 man op de pier te roepen en te zwaaien maar ik heb geen tijd, er moet weer een probleem opgelost worden. Ook de kompasverlichting doet het niet. Ik kom handen te kort om een dubbel rif te steken maar het lukt. Puntje rolfok er bij, windvaan er op en de ‘Ironoverload’ gaat er met 7 mijl en ruime wind van door. Inmiddels is het donker en, hoewel ik de twee stroomgroepen die het niet doen niet direct nodig heb, baal ik stevig omdat ik geen idee heb wat er loos is. Als het weer opknapt zie ik morgen wel verder.

Rond middernacht ben ik 33 mijl opgeschoten, dat gaat lekker. Inmiddels staat al het zeil er weer op en ik ben wat katterig vanwege de rare deining die er loopt. Gedurende de nacht zakt de wind er helemaal uit en als het licht wordt heb ik nog NO 2. De deining wordt aardig minder en na een lekker ontbijt voel ik me weer 100%. Mijn onderstel werk echter niet mee en ik heb flink last van de beweging van het schip. Arie heeft het dus weer op zijn heupen!

Zodra het licht genoeg is gooi ik alle stroom er af en begeef me in de geheimen van het elektrische systeem. Al snel heb ik de boosdoener gevonden (gewoon mazzel hoor want ik snap er echt geen moer van). Eergisteren heb ik op een reservegroep een aparte draad getrokken voor de Capsat. Tijdens dat edele werk is een andere draad ergens los geraakt. Ik heb nog nooit een automaat van dichtbij gezien, laat staan dat ik er ooit één van een rail heb gesloopt. Nu moest het hele rijtje los! Waar moet de losse draad in? Ik vind een lege plaats met los schroefje en prop het daar maar in. Wat een technisch vernuft. Wijbern, je kan mij wel om een klusje sturen hoor!! Het schip ligt zo goed als stil en slingert als een dronken Rus maar ik krijg het voor elkaar. Ook gooi ik de Capsat-draad maar weer los omdat ik niet weet of het probleem ook daarvan kan komen. Alles weer achter het deurtje en ................... Het werkt allemaal!

Flauw van het geslinger start ik rond de middag de motor en zorg dat ik een knoopje of 4 blijf lopen. Doordat ik nu zelf een beetje relatieve wind produceer doet het zeil ook weer wat en het slingeren wordt tot aangename proporties terug gebracht. De dynamo laadt met 23 Amp. dus het werd ook tijd dat er wat in kwam. Tijdens het varen verbruik ik toch redelijk wat stroom. De GPS, marifoon en computer staan altijd aan. (dientengevolge dus de omvormer ook, die maakt van 12 volt 220 volt). Meestal ligt er ook wel ‘iets’ aan de lader zoals een zaklamp, Iridiumtelefoon, batterijlader(s), allemaal op 220 V. Als ik slaap heb ik de navigatieverlichting aan maar die doe ik weer uit zodra ik aan dek ben. (Ik geef zelf licht genoeg hè Lon!). Alleen op stukken met veel scheepvaart branden deze continu. Dit zijn de grootste stroomvreters. Binnen heb ik als het even kan de olielamp aan omdat dat ‘zacht’ licht geeft en dus niet zo erg verblindt.

Pollens, een berg stenen op mijn pad
Overdag wordt de accu (tot nu toe) prima op peil gehouden door twee zonnepanelen. Deze leveren met volle zon 35 watt per stuk. Mijn verbruik is lager dus bewaar ik daar een beetje van voor ‘s nachts. De service-accu’s (voor alle verbruikers) zijn 200 Ah en de startaccu is 105 Ah. Deze laatste kan in geval van nood doorgekoppeld worden naar de serviceaccu’s. De dynamo is 60 Amp. dus met een uurtje draaien kom ik weer een heel eind.

Vannacht passeerde er een passagiersschip. Op zich al een hele gebeurtenis als je 24 uur niets hebt gezien. Ik roep hem op en vraag hem een laatste weerbericht. Het ziet er allemaal prima uit. NO 3-4 met een stationair hogedrukgebied. We babbelen nog even door en hij vraagt wat de naam van mijn boot betekent. Ik stel hem voor even op internet te kijken en geeft hem het adres. Hij gaat meteen kijken zegt hij. Een uur later roept hij weer op en wenst me succes.

Via Tenerife Rescue Centre komt net (10/11 01:30 uur) een Pan Pan bericht binnen. (Er zijn drie soorten berichten die worden uitgegeven, Nood (Mayday), Spoed (Pan Pan) en Veiligheid  (Securyté). Er is een reddingsactie aan de gang want er zijn sinds 10:00 uur gisterenavond een paar mensen van een jacht kwijt. Het fijne weet ik er nog niet van maar zal ik ongetwijfeld daar horen. Ik hoop maar dat men ze vindt. Gelukkig is het niet koud ‘s nachts, ongeveer 18 graden.

Het is nu 17:00 uur (10/11) en nog steeds zijn ze naar die mensen aan het zoeken. Dit lijkt dus een drama te worden. Ik hoop maar dat men in Spanje het zoeken net zo lang vol houdt als wij in Nederland.
Krijg net van Marjon via de Iridium een SMS-je dat we de 10.000ste bezoeker op de site hebben gehad! Dat is ongelooflijk veel in zo’n korte tijd. 

Ieder uur komt de melding van het Pan Pan bericht. Inmiddels is het 31 uur na het alarm en ze zijn nog steeds aan het zoeken naar de verdwenen personen. Ze worden vermist op- of om het eilandje ‘Hierro’ ten zuidwesten van Tenerife. Er wordt zowel aan land als op het water gezocht met marineschepen, reddingboten en andere overheidsvaartuigen. Ook heli’s zijn bij de actie betrokken.

Hoewel het moeilijk is om vol te houden (vooral als het 30 graden is en bijna windstil)  heb ik steeds, vanaf het moment dat ik buiten de haven ben, een reddingvest aan als ik bovendeks ben. Zodra ik de kuip moet verlaten klik ik de veiligheidsgordel aan. Gaat het erg tekeer dan zet ik mijzelf ook vast in de kuip. Op zich lijkt dat voldoende maar nu die zoekactie een eind verderop aan de gang is wordt ik onrustig als ik er aan denk overboord te vallen. Met een beetje mazzel blaast je vestje op en dan? Je ziet je schip wegvaren. Je krijgt het al heel snel koud, binnen een half uur begin je te onderkoelen. Niemand zal alarm slaan vóór het moment dat de boot ergens onbemand op een kust loopt en dat kan met deze koers dagen duren, of Marjon wordt na een week ongerust. Vermoedelijk ben ik dan al een poosje opgehouden met watertrappen want met een beetje pech zijn de Haaien en Dorades al bezig geweest mij te manicuren. Hoewel ik hoop dat ze na de eerste hap aftaaien om hun tanden te poetsen, vrees ik dat hun (eet)lusten alleen maar groter zal worden bij het zien van zo’n lekker ding. Er zit maar één ding op en dat is te zorgen dat je op je bootje blijft.

Al een aantal keren is er een moment geweest dat ik even niet goed oplet, b.v. op een moment dat ik vreselijk m’n hoofd- of tenen stoot, en vervolgens niet ‘scherp’ ben. De kunst is volgens mij, als je alleen zeilt helemaal, eerst goed na te denken voor je iets gaat doen. Het klinkt logisch, maar is heel vaak net iets te omslachtig.

Als ik aan een nieuwe etappe ga beginnen ligt altijd mijn rugzak (als grabbag) klaar. Eigenlijk zou dit een plastic waterdichte container moeten zijn, maar ja bij gebrek aan beter....  Ik heb een volledige uitgerust zespersoons reddingvlot aan boord. Toch zou ik graag een aantal extra dingen meenemen. Wat er klaar staat is o.a: extra set vuurpijlen, hand-GPS, handmarifoon, S.A.R.T., batterijen, twee zaklampen, watervaste schrijfblokken, potloden, reistabletten, uien, citroenen, water. Ook extra (zeil-)kleding ligt voor het grijpen. Als ik er tijd voor heb neem ik de Epirp mee en anders vertrouw ik er op dat hij boven komt drijven als het schip zinkt maar... dan moet het schip WEL zinken anders weet nog niemand dat ik op avontuur ben gegaan!

Het is nu 07:00 uur ‘s morgens en de zon is aan BB aan het opkomen boven Gran Canaria en aan SB zie ik de machtige vulkanische bergen en rotsen van Tenerife. De top van de grote vulkaan zit nu in de wolken maar ik ben er vrijwel zeker van dat ik deze gisterenavond heb gezien op een afstand van ongeveer 80 mijl! Er staat nu een stabiel windje kracht 3 en met 3-4 mijl per uur kom ik langzaam onder het eiland. Vanaf hier is het nog 3 uur varen met deze snelheid. Als ik de noordoostpunt net voorbij ben trekt de wind onverwacht aan tot 25 knopen uit NO. Met het volle tuig er op scheur ik er vandoor. Als ik 8 knopen loop vind ik het te gek worden en wil net gaan reven als het schip uit het roer loopt. Met dit schip heb ik dat nog niet eerder meegemaakt en ik vind het spectaculair.  Als het schip zich weer richt en aan de wind ligt stuiven we nog steeds met dik 7 knopen richting rotsen. Ik gooi de schoten los en laat het grootzeil vallen. Vervolgens rol ik de genua flink in en we gaan weer op koers richting haven. De 3 uur die ik dacht nodig te hebben worden er 2 en om 13:30 uur ben ik binnen op het volgende eiland, TENERIFE.

Het was een aangename afwisselende overtocht. Niet snel, maar wel aangenaam.
Het vervolg komt er weer aan, het hoofdstuk Tenerife.