woensdag 26 januari 2011

Verblijf in Vigo

Het klinkt wat zwaar, maar het is inderdaad geen vakantie maar een reis. De stemming waarmee je eraan begint is dan ook wezenlijk anders. Als ik een plaatsje heb gekregen in de jachthaven 'Puerto Deportivo del Real Club Nautico Vigo', dan heb je nog eens een naam hè, en de boot heb vastgeknoopt, bedank ik de jongens van de reddingboot en ga ik me eerst even oriënteren op mijn nieuwe woonplaats voor een paar dagen. Eigenlijk wil ik eerst douchen en slapen. Dat laatste het liefst in een schoon mandje, maar ik weet niet of ik straks nog energie heb om ook die klus te klaren.
De haven en opstallen zijn oud, maar hebben klasse, wat later ook zal blijken met het havengeld. De douche was lekker en ik nam toch de moeite m'n kooi te 'verversen'. Ik doe mijn mooie olielamp aan en pak een boek. Hahaha, altijd in voor een geintje. Ik lig er mooi op tijd in, lekkere boerenacht in het verschiet. Uren later word ik wakker met het boek op mijn buik (dicht) en het lampje gezellig aan. Wat een leven zeg. Ergens moet wijn zijn, ik ga zoeken en ja hoor. Het is drie uur s'nachts en ik hoef niet aan dek. Het is het afreageren van de spanning. Het is een beregroot avontuur. Ja, ik weet wat bootjes en water zijn maar dit, oceaanzeilen, doe ik ook voor het eerst van mijn leven. De volgende morgen weer douchen, wat een luxe, en dan gelijk door naar de Capiteinerie,  een mooie naam voor havenmeester, om eens te kijken of er hier een handige motormuis te vinden is. Dat komt allemaal goed verzekeren ze mij. Trots laat zijn baas me zien dat hij inmiddels mijn website gevonden heeft. Ik laat hem gelijk even zien hoe hij over mij ook in zijn eigen taal aan info kan komen. Dan nu maar even de stad verkennen. Ooit in een grijs verleden was ik hier al eens geweest maar vreemd genoeg spelen al mijn herinnering zich in het donker, of tenminste het schemerdonker af terwijl ik hier toch minstens een paar dagen ben geweest. Nu herinner ik het me weer, ook met motorpech maar dan met een groter schip.
Het is een bruisende stad met hard rijdend en veel toeterend verkeer. Ik probeer uit te vinden waarom mensen de claxon gebruiken maar ik ben er nog niet achter. De stad ligt tegen een berghelling. Er is een heel oud centrum,  dan 'the city' het moderne zakenhart en een heel groot deel stad waarin ze blijkbaar tientallen jaren zonder planoloog/stadsarchitect hebben gezeten. Een rommeltje van de meest vreemde bouwwerken en onmogelijke hoeken en gaten. Vreselijk om rond te dolen. Het oude centrum is 'autoluw' en fijn om er te zijn.

Intussen krijg ik een e-mail van een Harlingse die mij op de hoogte gaat houden van wat er zoal in Harlingen gebeurd. De presentatie van de plannen v.w.b. de binnenstad Harlingen zijn door de middenstand min of meer naar de prullenbak verwezen. Persoonlijk vind ik dat jammer.

Ik doe een paar kleine boodschappen en loop me het rambam. Het is funest voor mijn knieën en ik neem me voor dat in het vervolg anders te gaan doen, fietsen. Als je aandacht wilt hebben moet je op een vouwfiets door Vigo rijden. Auto's stoppen, mensen draaien zich om en Arie rost overal, ook in het autoluwe hart, tussendoor met zijn rugzakje, als ik de fiets ergens neerzet staat er gelijk jeugd omheen, heerlijk maar wel even op slot.
Het vinden van bijvoorbeeld een postzegel is hier een ramp als je de taal niet spreekt. Ik laat in een supermarkt een dikke envelop zien en wijs op de plaats waar een foto/afbeelding van Juan Carlos moet komen. In vloeibaar Spaans, een waterval, vertellen ze je dan waar je moet zijn. Het enige wat ik begrijp is ariba en Tabacco, dat is naar boven en sigarenwinkel, er is erg veel 'naar boven' maar vervolgens nergens een tabakszaak. Na nog drie keer vragen ben ik dan eindelijk waar ik moet zijn. Een onooglijk klein winkeltje, met een onooglijk lelijk vrouwtje, maar wel heel aardig, is door de koning hoogst persoonlijk uitverkoren zijn foto's te verkopen, aha, met wat regelgeving houden ze hier dus het winkelhart levendig dus goed onthouden Jan-Peter, maar ... zij heeft geen weegschaal om het pakje te wegen, daar is haar nering niet groot genoeg voor. Dan moet ik volgens haar toch echt bij de lakei van de koning zelf zijn. Weer eenzelfde zoektocht en als ik dan eindelijk een flinke rij afbeeldingen op de envelop heb zitten, van een pakje met een iets groter formaat dan A4 is alleen het adres nog zichtbaar, verwacht ik dat ik het pakje daar kan laten. Niet dus, er moet ook nog een brievenbus gevonden worden. Ze legt met veel woorden, en in mijn ogen een aantal zeer erotische gebaren, uit dat als ik op pad ga ik er vanzelf eentje tegen kom. Gezellig maar zeer tijdrovend. Ik zal jullie de zoektocht naar de bakker en het internetcafé besparen.

De volgende morgen wordt er op dek geklopt. Wederom in vloeiend Spaans staat er een man in blauwe, nou ja eh blauwe? overal aan dek te oreren. Hij groet me en mompelt iets over Bolbo(?) dat zal de motor wel zijn. Ik heb het motorluik al voor hem open en leg hem uit wat er volgens mij aan de hand is. We, wij jongens van de techniek, zijn het ondanks de taalbarrière snel eens en hij kan aan het werk. Ik besluit deze dag ook maar aan boord te besteden. Er zijn veel kleine dingen, en een paar grote, die moeten gebeuren.

Op een gegeven moment staat er een man op de steiger naar me te gebaren. Ik ga naar hem toe en hij vraagt, alweer in het Spaans, of ik de wereld rond ga. Als ik bevestigend antwoord frommelt hij een papier uit zijn zak waarop bijna helemaal mijn route staat. We zijn 'brothers in crime' want hij is aan het voorbereiden en gaat volgend jaar hetzelfde doen. Weliswaar via een organisatie die dan wat zaken voorbereid maar toch. Op een gegeven moment zeg ik, om een eind aan het vermoeiende gesprek te maken, dat ik even moet internetten. Nou, dat kan wel bij ij zegt de goeierd, ik kan wel even met hem mee want hij woont hier vlakbij in een 'casa'. Hier kon ik onmogelijk onderuit en loop, fietsje aan de hand, met hem naar een giga hotel/flat. De fiets wordt pontificaal in de lobby op een enkelhoog karpet neergezet. Hij gebaard iemand er een oogje op te houden en we gaan de lift in. Hij blijkt helemaal bovenin een penthouse te bewonen. De computer gaat aan en Arie zit, met uitzicht over de hele Ria van Vigo, zijn e-mail te lezen. Natuurlijk maak ik van de gelegenheid gebruik even een paar foto's te maken. Zelf is hij het werkwoord 'werken' al vrij lang vergeten, maar als zijn vrouw binnen komt lijkt het wel een wervelstorm. Zich verontschuldigend zegt hij 'ja eh,  mijn vrouw vind werken leuk. Ze is actrice en doet daarnaast nog 1001 dingen. Hij yupt alleen wat rond. Er wordt een afspraak gemaakt en s'avonds gaan Javier en Arie een borrel pakken in het zakenhart. Een belevenis. Zijn Engels is als mijn Spaans maar we vermaken ons.

Inmiddels zijn we twee dagen verder en de motor draait weer. Het was gewoon domme materiaalpech waar niemand iets aan had kunnen doen om het te voorkomen. De ingaande as van de brandstofpomp was afgebroken. Natuurlijk kwam er boven op de rekening van de monteur ook nog een flinke hap van het revisiebedrijf. Slik. Het werk aan boord werd gedaan door een Argentijnse jongen die pas twee maanden hier is. Met zijn jonge gezin is hij de recessie in zijn eigen land ontvlucht. Hier mag hij een half jaar blijven en dan? Goed sparen zonder aardse bezittingen is zijn devies. Ik had een digitale foto van hem gemaakt en uitgeprint. Die zou hij opsturen naar Pa en Ma in Argentina. Van Maxima had deze jongen overigens nog nooit gehoord. Mijn lijf doet behoorlijk zeer. Ik ben niet gewend om tegen hellingen op te lopen/fietsen en dat breekt me aardig op. Nu ook mijn handen wat rust krijgen na al dat zeilen doen die zeer en zijn gezwollen. Ik realiseer me dat ik zeer karig ben geweest met mijn pillen. Op zich maak ik daar niet zo'n probleem van maar zorg nu weer even voor regelmaat. 

Vandaag krijg ik een fax van de havenmeester. Deze komt van Scheepsagent Kulhman-Repko met de mededeling dat mijn pakje onderweg is. Hopelijk kan ik dan morgen pleitte. Het laatste weerbericht is niet lekker maar vertrekken zal ik. Mocht het te slecht zijn dan ga ik bij Bayona voor anker. Steeds meer zeeschuimers op avontuur verzamelen zich in dit gebied om zuidwaarts te trekken. Vannacht kwam er een Duits stel binnen met jawel, motorpech. Ik was net wakker en hielp dus met aanleggen. Een puzzel omdat hier meer boten zijn dan ligplaatsen. Ze bedanken me en vragen of ze verder aan boord niemand wakker hebben gemaakt. Nee  hoor, verder niemand wakker, ik ben alleen. Aan het begin van de Ria ligt een klein plaatsje Bayona. In de baai liggen verschillende Hollanders te wachten op de 'Portugese noord'. De windrichting die ons allen zuidwaarts moet gaan brengen. Ik heb me voorgenomen gewoon te gaan als mijn pakje er is en niet op die wind te wachten. Snel naar meer avonturen.


Een groot deel van de volgende dag besteed ik aan het veranderen en weer zeeklaar maken van de boot. Zo goed als zeker heb ik het euvel van de windvaan gevonden. We, Barend en ik, hadden een modificatie aangebracht, waardoor ik onderweg het hulproer wel zou kunnen opklappen zonder dat het helemaal los komt. Op een bepaald punt treden daar zulke krachten op dat wormtandwielen over elkaar heen schieten en de zaak vleugellam wordt. Ik heb ons edele handwerk weer ongedaan gemaakt en ga er weer mee naar zee. Op mijn website kwam ik vandaag in het gastenboek, naast een hoop andere, een Spaans berichtje tegen. In de internetjoint heb ik dat globaal laten vertalen. Het is van een man waarvan de hele familie Hemochromatose heeft. Hij vindt het fantastisch wat ik aan het doen ben en wenst me sterkte. Dan wordt je weer met je neus op de feiten gedrukt. Ik voel de hele dag wat ik mankeer, maar dit avontuur drukt beslist niet als een zware last op mijn schouders. Dat ik er veel mensen een plezier mee doe is me volstrekt duidelijk geworden en geeft daardoor een grote verantwoordelijkheid.