De swell was er eerder dan de wind |
Op een geplande lange zeilreis ben je er vrijwel zeker
van een keer in flink slecht weer terecht te komen. Als je die slechtweer
ervaring nog niet hebt, lees er dan alles over wat je maar te pakken kunt
krijgen. Er hoort, op een schip dat Oceaan-oversteken gaat maken, bij de
schipper iets meer dan de elementaire kennis van meteorologie aanwezig te zijn.
Hoge druk, lage druk, warm en/of koufront, het zouden geen verrassingen voor
hem/haar mogen zijn. Ook de vraag waarom het heel verstandig is om pas na half
November aan de Atlantische oversteek te beginnen, moet je zonder aarzelingen kunnen
beantwoorden. Het boek 'Slecht weer zeilen' van Allard Coles hoort gewoon thuis
op ieder schip of dien je tenminste te hebben verslonden voor vertrek. Niet
omdat hierin de enige waarheid zou staan, want alleen jou waarheid telt, maar
het maakt je tenminste voorzichtig/angstig voor wat je mogelijk te wachten
staat en geloof me, je kan niet voorzichtig genoeg zijn. Mijn benadering was;
neem alles voor kennisgeving aan en bereid je vervolgens goed voor. Hoewel ik
zelf tijdens de reis vrij ben gebleven van de ellende van zeeziekte heb ik nog
wel herinneringen daaraan uit een vorig leven. Het is ellendig genoeg als je
last van zeeziekte hebt dus erken dat en probeer er mee om te gaan. Verwaarloos
je de eerste voortekenen dan kunnen schip en bemanning in ernstige problemen
komen. Zorg ervoor dat voor vertrek van iedere oversteek voldoende fruit,
snacks, snoep, chocolade, drop, broodjes, koekjes enz makkelijk grijpbaar
voorhanden is. Zodra de knoop in je maag zich meld, vaak samen met
lusteloosheid, rillerig, boeren, concentratie verlies enz. probeer je deze
onder controle te krijgen door iets te eten. Als je jou maaginhoud inmiddels
terug vind op het scherm van Radar, GPS, laptop etc. of in je slaapzak, dan
behoort het tot een typische gevalletje te laat maar … vervolgens wel weer gaan
eten. Als je van tevoren weet dat deze ellende je te wachten staat begin dan
ruim voor op tijd voor vertrek, of storm, met de eerste 'primatour' om het lijf
eraan te laten wennen. Sterkte. Ik gebruik hieraan zoveel woorden omdat het
volgens mij alles te maken heeft met de zeewaardigheid van het schip.
Zeil defensief, de kunst is om aan te komen!!
Bij veranderingen in de zeilvoering tijdens de inmiddels
bereikte windkracht 'heer, heer laat het ophouden' is er een belangrijk devies.
Haast je niet en ga alle handelingen die gedaan moeten worden, zittend in de
kuip, stuk voor stuk na. Bedenk ook vooral wat er mis kan gaan en dan
natuurlijk ook de oplossingen daarbij. Bij dit weer een zeil aanslaan op het
voordek doe je meer onder water dan erboven, bedenk dat dan ook. Het reven op
mijn boot gebeurd bij de mast en ik beschrijf hier het zetten van het derde rif
bij 35/40 knopen en nog aanwakkerende wind. Jaja, ik was er te laat mee …
Lifeline vasthaken, grootschoot iets ruimte geven en aan
de loopband op handen en voeten aan de hoge kant naar de mast scharrelen. Onder
steeds slechter wordende omstandigheden los ik het grootzeilval. Ondertussen
waaien de laatste haren van m’n kop en gutst het water uit m’n shorts terwijl ik
handen tekort komt op het stampende en kreunende schip. Onderschat hier niet de
intimidatie door het lawaai van wind en water. Vervolgens het juiste aantal
leuvers uit de mastgroef laten glijden en blokkeer de rest van de leuvers. Dan
haak ik de halshoek van het derde rif in (er ligt dan al een kluwe zeil van de
twee reven op de giek dus het is zoeken naar de haak), zet het val flink door
op de lier en zet de smeerreep door en ja hoor, ik heb de strijd gewonnen en
het derde rif zit erin. De grootschoot kan weer doorgezet worden. Het is niet
echt nodig ook de reefknuttels vast te zetten maar meestal nam ik ook daar,
half hangend tegen de weer stabiele giek, de tijd voor.
Ondertussen steigert de
boot als een dolle stier die in z’n nuts wordt geknepen en omdat er niet veel
druk in het grootzeil zit stuurt het schip licht en rustig waardoor het
onprettige gevoel je besluipt dat het schip door de wind zal gaan terwijl je
zelf ergens onder de giek hangt. Weer naar achteren, grootschoot beetje
doorzetten en de trim verzorgen. De windvaan stuurt tijdens deze handelingen
min of meer haar koers. Met een kurkentrekker beweging klimt het schip tegen de
golf op, drukt zonder aarzelen de neus door de witschuimende kruin en met
gierend lawaai stort ze zich in het achterliggende dal, richt zich ietsje en
begint aan de volgende beklimming van de eindeloos aanstormende
‘huizenblokken’.
Ik had, vanwege het te verwachten slechte weer, de
stormfok al aangeslagen op het kotterstag, (tweede voorstag). Met een dun
breektouwtje zat de tophoek vast op de putting aan dek en nu hoefde ik niet
helemaal naar het, zich in de golven begravende, voordek om het zeil los te
maken. Bij de mast doe ik een extra slag om de lier en trek het breektouwtje
stuk als ik het val doorzet. Een hels kabaal van het klapperende zeil in de
stormwind is mijn dank. Snel omhoog dat zeil en als de gesmeerde bliksem weer
naar achter tijgeren en de schoot op spanning brengen. Onmiddellijk merk je dat
de krachten op het schip behoorlijk zijn afgenomen. Nat tot op de draad kun je
even bekijken of alles goed staat, dan omkleden en iets lekkers snaaien. Op
zo’n moment is een stukje macaronitaart een traktatie. Overigens kon ik het in
dit geval permitteren nat te worden
omdat water -en luchttemperatuur ruim boven de 20 graden waren. Naast de
zeilvoering zijn er een groot aantal andere zaken die je ter voorbereiding op
een storm kunt -en moet- doen. Ga alles minutieus na. Het gaat immers stormen
en je bent van plan er heelhuids doorheen te komen. Fouten in dit stadium zijn
erg lastig te herstellen als het er straks op aan komt. Het is dus van
levensbelang, ja echt, alles heel te houden.
Maak een rondje over het dek om te
kijken of staand en lopend want in orde zijn. Zeilen nakijken op mogelijke
schade. Vervangende zeilen voor het grijpen leggen. Losliggende vallen en
schoten opbinden. Luiken controleren. Windvaan nakijken. Dekverlichting
proberen. Binnen alles zo veel mogelijk vastzetten en zorgen dat er niets gaat
liggen rollen, bonken en piepen. Durf daarbij ook met de gedachte van een volledige
kentering (koprol) te spelen (maar praat er niet over) en hoe het interieur er
dan uit zal zien. Rondslingerende boeken en vooral rollen toiletpapier en
keukenrol sokken etc. kunnen het lastig zo niet onmogelijk maken om
binnengekomen zeewater weg te pompen. Alles zal smurrie worden en de pompen
verstoppen. Houd bij ‘water in het schip’ in gedachten dat er niets sneller
werkt dan een angstige man/vrouw met puts! Blinden voor de ramen? buiskap neer?
De bilgepomp(en) controleren op goede werking. Ook de motor even starten zodat
je zeker bent dat ook die het doet. Overigens kan het bijzetten van de motor in
het heetst van de strijd erg prettig zijn. Het schip houd beter koers,
vertrouwd geluid, stroom en warmte, al kon ik dat laatste nu best missen.
Afsluiters dicht. Eten en eten maken. Pasta’s zijn makkelijk omdat die ook
lekker zijn om koud te eten en koken wordt hem even niet. Water koken en in thermosflessen,
ook tijdens de storm, voor thee, koffie, soep, noodles. Navigatie bijwerken en
daarbij kijken wat je gedurende de storm tegen kan komen, aan obstakels,
zandbanken en lagerwal niet te vergeten maar ook scheepvaart routes, bij de te
verwachten windrichting en koers. In mijn geval had ik ook een grabbag klaar
staan. Ga er rustig voor zitten om te bedenken wat je nodig zou kunnen hebben
als je het schip moet verlaten. Ik had een waterdicht plunjebaal en naast de
voor mij belangrijke zaken ging er als laatste een stootwil in. Ik vond het
gewoon een prettig idee dat de verzameling zou blijven drijven. Voor de
gemoedsrust kan het prettig zijn marifooncontact met iemand te zoeken en
daarmee bijvoorbeeld af te spreken ieder even -of oneven uur even te melden hoe
de situatie aan boord is. Alleen al het maken van die afspraak kan weer
vertrouwen geven. Geef ook aandacht, veel aandacht, aan je bemanning. Benoem
waar je verwacht hulp bij nodig te hebben en spreek af welke zaken op gebied van veiligheid je verwacht
van ieder. Geef het voorbeeld en straal vertrouwen uit maar durf ook te
delegeren.
Nee hoor, ik ben geen dominee geworden maar weet dat aan
boord de gemoederen hoog op kunnen lopen. Er worden halverwege de oversteek al
vluchten naar huis geboekt om elkaar daarna nooit meer te zien.
Het culinaire hart |
Tot nu toe heb ik op geen enkel traject ruzie met iemand
gehad, ik vind dat knap.
Ook dit is zeilen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten